De Nederlandse schilder Jan Davidszon de Helm (1606 - 1683/84) leidde het genre van het stilleven tot een nooit eerder bereikte perfectie. Hij kon met een ongeëvenaarde levendigheid en precisie boeketten met bloemen, eten, wijnbekers, kruipende insecten, rottend fruit, zilveren kommen en doorzichtig glas uitbeelden. Tulpen, het eerste speculatieve project ter wereld en de aanleiding voor de eerste grote beurscrash in Europa, behoren tot zijn motieven, net als eenvoudige broden, gedode dieren en muziekinstrumenten van gepolijst hout. De extreme discipline in de uitvoering resulteert in een overweldigende rijkdom aan betekenis in zijn werken. Sommige composities lopen letterlijk over, andere combineren relatief weinig elementen met een eenvoudige, caravagge-achtige donkere achtergrond, waartegen de pracht van rode kreeften, gebloeide druiven en knipperende zilveren bekers des te indrukwekkender staat.
Opgegroeid als zoon van de bijna even beroemde stillevenschilder David de Heem, studeerde hij bij Balthasar van der Ast en Daniel Seghers en verhuisde hij op twintigjarige leeftijd naar Leiden, later naar Antwerpen en Utrecht. Hij en Rembrandt hebben elkaar misschien ontmoet in Leiden, maar dat is niet zeker.
Hij gaf zijn kennis door aan zijn twee zonen Cornelis de Heem en Jan Janszoon de Heem. die de traditie in Den Haag en Antwerpen voortzetten. Net als bij orgelbouwers, ambachtslieden en zelfs componisten was het niet ongebruikelijk dat het atelier naar de maatstaven van die tijd als een soort familiebedrijf werd beschouwd; niet het individuele auteurschap was van doorslaggevend belang voor de bekendheid van een werkcomplex, maar de naam van het atelier waarin een schilderij was gemaakt, omdat het stond voor een bepaalde kwaliteit die door middel van geheime methoden en specifieke technische verfijningen was bereikt. Net als bij de ongeëvenaarde levendige vleestonen uit de werkplaats van een Peter Paul Rubens is het niet meer mogelijk om met zekerheid te reconstrueren wat het geheim is van de buitengewone precisie van Heem's stillevens; net als bij Caravaggio wordt gespeculeerd dat een camera obscura werd gebruikt in combinatie met spiegels die een levensechte opstelling projecteerden, vergelijkbaar met een moderne beamer op het voorbereide scherm. Dit alleen kan echter niet de verbazingwekkende nabijheid van het leven van de beelden verklaren; de magie van zijn werken blijft uiteindelijk een onaantastbaar geheim.
De Nederlandse schilder Jan Davidszon de Helm (1606 - 1683/84) leidde het genre van het stilleven tot een nooit eerder bereikte perfectie. Hij kon met een ongeëvenaarde levendigheid en precisie boeketten met bloemen, eten, wijnbekers, kruipende insecten, rottend fruit, zilveren kommen en doorzichtig glas uitbeelden. Tulpen, het eerste speculatieve project ter wereld en de aanleiding voor de eerste grote beurscrash in Europa, behoren tot zijn motieven, net als eenvoudige broden, gedode dieren en muziekinstrumenten van gepolijst hout. De extreme discipline in de uitvoering resulteert in een overweldigende rijkdom aan betekenis in zijn werken. Sommige composities lopen letterlijk over, andere combineren relatief weinig elementen met een eenvoudige, caravagge-achtige donkere achtergrond, waartegen de pracht van rode kreeften, gebloeide druiven en knipperende zilveren bekers des te indrukwekkender staat.
Opgegroeid als zoon van de bijna even beroemde stillevenschilder David de Heem, studeerde hij bij Balthasar van der Ast en Daniel Seghers en verhuisde hij op twintigjarige leeftijd naar Leiden, later naar Antwerpen en Utrecht. Hij en Rembrandt hebben elkaar misschien ontmoet in Leiden, maar dat is niet zeker.
Hij gaf zijn kennis door aan zijn twee zonen Cornelis de Heem en Jan Janszoon de Heem. die de traditie in Den Haag en Antwerpen voortzetten. Net als bij orgelbouwers, ambachtslieden en zelfs componisten was het niet ongebruikelijk dat het atelier naar de maatstaven van die tijd als een soort familiebedrijf werd beschouwd; niet het individuele auteurschap was van doorslaggevend belang voor de bekendheid van een werkcomplex, maar de naam van het atelier waarin een schilderij was gemaakt, omdat het stond voor een bepaalde kwaliteit die door middel van geheime methoden en specifieke technische verfijningen was bereikt. Net als bij de ongeëvenaarde levendige vleestonen uit de werkplaats van een Peter Paul Rubens is het niet meer mogelijk om met zekerheid te reconstrueren wat het geheim is van de buitengewone precisie van Heem's stillevens; net als bij Caravaggio wordt gespeculeerd dat een camera obscura werd gebruikt in combinatie met spiegels die een levensechte opstelling projecteerden, vergelijkbaar met een moderne beamer op het voorbereide scherm. Dit alleen kan echter niet de verbazingwekkende nabijheid van het leven van de beelden verklaren; de magie van zijn werken blijft uiteindelijk een onaantastbaar geheim.
Pagina 1 / 1