Henry Moore's passie was de zee, de golven, de veranderingen veroorzaakt door de getijden, de dreigende stormen boeiden hem van jongs af aan. Moore werd in 1831 in Castlegate geboren in een kunstenaarsfamilie die hem eigenlijk geen andere carrière gunde. Zijn vader William Moore was een bekende portretschilder. Aanvankelijk nam hij de opleiding van zijn getalenteerde zoon voor zijn rekening, alvorens hem naar Londen te sturen naar de York School of Design. Al tijdens zijn studie werden Moore's schilderijen tentoongesteld in de Royal Academy. Andere tentoonstellingen volgden elkaar bijna snel op: Portland Gallery, British Institution, Gallery of the Society of British Artists. Hij wijdde zijn eerste werken uitsluitend aan het schilderen van landschappen. Twee jaar lang reisde hij door Engeland, Ierland, Zwitserland, Schotland en Frankrijk. Zijn alpiene en Britse landschappen vertoonden de invloed van de prerafaëlitische invloed, een groep kunstenaars die in het midden van de 19e eeuw in Engeland was samengekomen.
Dat de zee zijn toekomst zou bepalen werd duidelijk na Moore's reis naar de kunst van Noord Devon. De zee fascineerde hem, en hij legde elke kleine verandering in de golven vast in zijn schilderijen. Hij wijdde zich aan de studie van de getijden en observeerde de zee op elk moment van de dag en in alle weersomstandigheden. Dramatische taferelen van boten die heen en weer werden geslingerd door de golven werden gewoonlijk vastgelegd in olieverf op doek. Maar hij was ook een meester in aquarel. Hij gebruikte deze methode vooral bij kalm weer, wanneer de zee glad en zijdeachtig lag in de schemering, zoals in "Een kalme avond".
Na zijn huwelijk in 1860 met Mary Bollans, die alles van hem weghield wat de kunstenaar van zijn schilderen zou kunnen afhouden, voerde Moore opnieuw een artistieke wending uit. Hij schilderde niet langer alleen vanaf het strand, maar nu ook schepen die door stormen werden gegeseld en als notendoppen op de golven dreven. Moore vertaalde deze gevoelens, gekoppeld aan zijn observaties, in een precisie die hem veel bijval opleverde. Hij werd, samen met John Brett, schilder en astronoom, beschouwd als de belangrijkste marineschilder. Henry Moore werd overladen met prijzen en onderscheidingen. Hij ontving onder meer de Grand Prix op de Parijse tentoonstelling van 1889 en, als gevolg daarvan, de Orde van het Legioen van Eer. Moore was duidelijk geen gemakkelijke tijdgenoot. Hij werd beschouwd als twistziek en zijn contacten met collega-kunstenaars waren beperkt. Het was waarschijnlijk om deze reden dat hem pas in 1880 het lidmaatschap van de Koninklijke Academie werd aangeboden. Hij heeft ook zijn privé-leven grotendeels opgedeeld. Het grootste deel van zijn carrière bracht hij door met zijn vrouw in Sheffield Terrace, Kensington, waar zij hun dochters Agnes en Florence opvoedden. Agnes trad later in zijn voetsporen en werd bloemenschilderes. Aan het eind van de jaren 1880 verhuisde het gezin naar de wijk Hampstead. Henry Moore overleed in 1885, en zijn werken hangen nu onder andere in de Tate, het British Museum en het Victoria & Albert Museum.
Henry Moore's passie was de zee, de golven, de veranderingen veroorzaakt door de getijden, de dreigende stormen boeiden hem van jongs af aan. Moore werd in 1831 in Castlegate geboren in een kunstenaarsfamilie die hem eigenlijk geen andere carrière gunde. Zijn vader William Moore was een bekende portretschilder. Aanvankelijk nam hij de opleiding van zijn getalenteerde zoon voor zijn rekening, alvorens hem naar Londen te sturen naar de York School of Design. Al tijdens zijn studie werden Moore's schilderijen tentoongesteld in de Royal Academy. Andere tentoonstellingen volgden elkaar bijna snel op: Portland Gallery, British Institution, Gallery of the Society of British Artists. Hij wijdde zijn eerste werken uitsluitend aan het schilderen van landschappen. Twee jaar lang reisde hij door Engeland, Ierland, Zwitserland, Schotland en Frankrijk. Zijn alpiene en Britse landschappen vertoonden de invloed van de prerafaëlitische invloed, een groep kunstenaars die in het midden van de 19e eeuw in Engeland was samengekomen.
Dat de zee zijn toekomst zou bepalen werd duidelijk na Moore's reis naar de kunst van Noord Devon. De zee fascineerde hem, en hij legde elke kleine verandering in de golven vast in zijn schilderijen. Hij wijdde zich aan de studie van de getijden en observeerde de zee op elk moment van de dag en in alle weersomstandigheden. Dramatische taferelen van boten die heen en weer werden geslingerd door de golven werden gewoonlijk vastgelegd in olieverf op doek. Maar hij was ook een meester in aquarel. Hij gebruikte deze methode vooral bij kalm weer, wanneer de zee glad en zijdeachtig lag in de schemering, zoals in "Een kalme avond".
Na zijn huwelijk in 1860 met Mary Bollans, die alles van hem weghield wat de kunstenaar van zijn schilderen zou kunnen afhouden, voerde Moore opnieuw een artistieke wending uit. Hij schilderde niet langer alleen vanaf het strand, maar nu ook schepen die door stormen werden gegeseld en als notendoppen op de golven dreven. Moore vertaalde deze gevoelens, gekoppeld aan zijn observaties, in een precisie die hem veel bijval opleverde. Hij werd, samen met John Brett, schilder en astronoom, beschouwd als de belangrijkste marineschilder. Henry Moore werd overladen met prijzen en onderscheidingen. Hij ontving onder meer de Grand Prix op de Parijse tentoonstelling van 1889 en, als gevolg daarvan, de Orde van het Legioen van Eer. Moore was duidelijk geen gemakkelijke tijdgenoot. Hij werd beschouwd als twistziek en zijn contacten met collega-kunstenaars waren beperkt. Het was waarschijnlijk om deze reden dat hem pas in 1880 het lidmaatschap van de Koninklijke Academie werd aangeboden. Hij heeft ook zijn privé-leven grotendeels opgedeeld. Het grootste deel van zijn carrière bracht hij door met zijn vrouw in Sheffield Terrace, Kensington, waar zij hun dochters Agnes en Florence opvoedden. Agnes trad later in zijn voetsporen en werd bloemenschilderes. Aan het eind van de jaren 1880 verhuisde het gezin naar de wijk Hampstead. Henry Moore overleed in 1885, en zijn werken hangen nu onder andere in de Tate, het British Museum en het Victoria & Albert Museum.
Pagina 1 / 1