Edward Frederick Brewtnall was een Britse schilder en illustrator van de 19e eeuw. Hij gebruikte vooral aquarellen. Hij verwierf zijn bekendheid vooral door het afbeelden van de Britse samenleving, landschappen en als illustrator voor diverse gerenommeerde Londense kranten. Hij studeerde schilderkunst aan de Lambeth School of Art in Londen. Als een typische Londenaar van die tijd reisde hij slechts een beetje in Engeland, maar bleef nooit lang weg van zijn geboorteplaats.
Brewtnall hield ervan om de Britse samenleving te veroveren met olieverf of aquarellen. ...en daarmee heeft hij alle lagen van de samenleving in beeld gebracht. Het bijzondere aan hem was dat hij een eeuwig kind bleef en nooit genoeg kon horen van sprookjes, sagen en verhalen. Hij kon het niet goed zien of schrijven. Daarom probeerde hij in zijn werk zijn fascinatie voor dit soort vermaak te tonen. Veel van zijn foto's dragen de naam van een sprookje (Cindarella, Roodkapje, enz.). Zijn kinderlijke instelling is bijvoorbeeld ook te zien in de titel van de foto (Kijk uit, leraar, het staat op het punt je te bijten). Het toont een lerares die met haar schoolkinderen een boerderij bezoekt en de geiten wil aaien.
In die tijd moesten kunstenaars en ambachtslieden lid zijn van een beroepsvereniging (gilde) of iets dergelijks. Anders was het bijna onmogelijk om goede bestellingen te krijgen. Een van zijn schilderscollega's, William Henry James Boot, die bijvoorbeeld ook schilderkunst had gestudeerd, had moeite om in een kunstvereniging te komen. En dit, ook al was Boot een meester in de detail- en landschapsschilderkunst. Boot had het geluk dat hij deze tekortkoming kon goedmaken met zijn werk voor de Britse koninklijke familie en de Kroonlanden. Dus hij had genoeg werk te doen. Een andere van haar tijdgenoten, de Italiaanse Marieschi, had minder geluk. Hoewel hij goede opdrachten had, stierf hij zeer jong en niet zo rijk als zijn Britse collega's. Brewtnall viel vooral op door de geestigheid en ondeugendheid in zijn werk. Iedereen houdt van lachen en dat had effect. Brewtnall exposeerde in de Royal Academy, de Society of British Arts, de Grosvenor Gallery en de Royal Watercolour Society. Zowel Boot als Brewtnall waren lid van de Royal Watercolour Society.
Brewtnall werd echter benoemd tot lid van de Royal Society of British Arts en het Royal Institute of Oil Painters. Het was een grote eer om in deze twee genootschappen te worden benoemd. Zijn bijzondere talent om de schilderkunst er grappig uit te laten zien betekende dat hij regelmatig opdrachten kreeg van de grootste en meest invloedrijke Britse kranten, zoals The Graphic, Pall Mall Magazine, The Quiver en het Engelse Illustrated Magazine. Zijn grote voordeel was vooral dat hij ook regelmatig verschijnende kranten mocht illustreren. Daarnaast had hij het grote geluk om Barnard's editie van Bunyan's "Pilgrim's Progress" te illustreren. Zo bereikte hij een breed publiek.
Edward Frederick Brewtnall was een Britse schilder en illustrator van de 19e eeuw. Hij gebruikte vooral aquarellen. Hij verwierf zijn bekendheid vooral door het afbeelden van de Britse samenleving, landschappen en als illustrator voor diverse gerenommeerde Londense kranten. Hij studeerde schilderkunst aan de Lambeth School of Art in Londen. Als een typische Londenaar van die tijd reisde hij slechts een beetje in Engeland, maar bleef nooit lang weg van zijn geboorteplaats.
Brewtnall hield ervan om de Britse samenleving te veroveren met olieverf of aquarellen. ...en daarmee heeft hij alle lagen van de samenleving in beeld gebracht. Het bijzondere aan hem was dat hij een eeuwig kind bleef en nooit genoeg kon horen van sprookjes, sagen en verhalen. Hij kon het niet goed zien of schrijven. Daarom probeerde hij in zijn werk zijn fascinatie voor dit soort vermaak te tonen. Veel van zijn foto's dragen de naam van een sprookje (Cindarella, Roodkapje, enz.). Zijn kinderlijke instelling is bijvoorbeeld ook te zien in de titel van de foto (Kijk uit, leraar, het staat op het punt je te bijten). Het toont een lerares die met haar schoolkinderen een boerderij bezoekt en de geiten wil aaien.
In die tijd moesten kunstenaars en ambachtslieden lid zijn van een beroepsvereniging (gilde) of iets dergelijks. Anders was het bijna onmogelijk om goede bestellingen te krijgen. Een van zijn schilderscollega's, William Henry James Boot, die bijvoorbeeld ook schilderkunst had gestudeerd, had moeite om in een kunstvereniging te komen. En dit, ook al was Boot een meester in de detail- en landschapsschilderkunst. Boot had het geluk dat hij deze tekortkoming kon goedmaken met zijn werk voor de Britse koninklijke familie en de Kroonlanden. Dus hij had genoeg werk te doen. Een andere van haar tijdgenoten, de Italiaanse Marieschi, had minder geluk. Hoewel hij goede opdrachten had, stierf hij zeer jong en niet zo rijk als zijn Britse collega's. Brewtnall viel vooral op door de geestigheid en ondeugendheid in zijn werk. Iedereen houdt van lachen en dat had effect. Brewtnall exposeerde in de Royal Academy, de Society of British Arts, de Grosvenor Gallery en de Royal Watercolour Society. Zowel Boot als Brewtnall waren lid van de Royal Watercolour Society.
Brewtnall werd echter benoemd tot lid van de Royal Society of British Arts en het Royal Institute of Oil Painters. Het was een grote eer om in deze twee genootschappen te worden benoemd. Zijn bijzondere talent om de schilderkunst er grappig uit te laten zien betekende dat hij regelmatig opdrachten kreeg van de grootste en meest invloedrijke Britse kranten, zoals The Graphic, Pall Mall Magazine, The Quiver en het Engelse Illustrated Magazine. Zijn grote voordeel was vooral dat hij ook regelmatig verschijnende kranten mocht illustreren. Daarnaast had hij het grote geluk om Barnard's editie van Bunyan's "Pilgrim's Progress" te illustreren. Zo bereikte hij een breed publiek.
Pagina 1 / 1